Achtergrond

Film wordt vandaag algemeen beschouwd als een van de belangrijkste betekenisgevende en ‘beeldvormende’ praktijken van de 20ste en vroege 21ste eeuw. Als invloedrijke pijler binnen onze populaire visuele mediacultuur behoort film momenteel tot de gedeelde geletterdheid van zowel jongeren als volwassenen. In de voorbije decennia zagen we tevens een groeiende belangstelling voor film en andere visuele media binnen onderwijs en onderwijskundig of pedagogisch onderzoek. Een toenemend aantal leraren, docenten en wetenschappers nemen visuele media au sérieux als belangrijke bron van inzicht, bewustwording en kennis. Er is een groeiend bewustzijn ontstaan dat er behalve “education through pictures” ook zoiets bestaat als “education in pictures” (cf. Depaepe & Henkens 2000). We merken een duidelijke tendens om een cross-over te bewerkstelligen tussen visual cultural studies en onderwijs en zien een voortdurende toename van onderwijskundig onderzoek met aandacht voor de educatieve implicaties van visuele media zoals film. Verder onderzoek naar de ontwikkeling van een effectieve filmdidactiek als een pijler van mediageletterdheid en een sterkere integratie van film in de curricula van de verschillende onderwijsniveaus blijft sowieso een uitdaging (cf. The European Charter for Media Literacy). 

Het debat over de eigenheid van film als leermiddel kunnen we in een aantal concrete, fundamentele vragen vatten:

  • Wat kunnen we leren uit film? Welk soort kennis, inzichten en ervaringen halen we uit de confrontatie met film?
  • Hoe kunnen we film inzetten in het onderwijs en in specifieke leeromgevingen? 
  • Welke specifieke kennis-en betekenisconstructie komt hierbij tot stand? Welke invloed hebben films op studenten binnen het onderwijsleerproces? 

 

Vanuit eigen onderzoek en onderwijs willen we een aantal mogelijke antwoorden formuleren op bovenstaande vragen. We verwijzen hiervoor concreet naar de rest van onze visie in acht punten én naar de illustratieve didactische modules. We richten onze aandacht op één specifiek onderwijsniveau, nl. de lerarenopleiding, en op films waarin onderwijs, leraren en leerlingen worden gerepresenteerd (door ons consequent als 'schoolfilms' betiteld). We menen echter dat onze inzichten en filmdidactische voorbeelden mutatis mutandis ook kunnen doorsijpelen naar andere onderwijsniveaus en inspirerend kunnen werken bij het inzetten van een breed scala van films. 

Ons onderzoek en onderwijs loopt al heel wat jaren, maar de ontwikkeling van didactische modules kwam nog in een stroomversnelling tijdens de uitwerking van het project Film en/als Geletterdheid: een praktijkgericht ontwikkelingsonderzoek voor de vakdomeinen Geschiedenis en Nederlands (ENW - AUGent). De didactische modules Introductie tot cultural studies, representatie en beeldvormingDe beeldvorming van geletterdheidDe schoolfilm als 'taboebreker' en De niet-westerse schoolfilm (in opbouw) werden geïmplementeerd in de lerarenopleidingen van de Arteveldehogeschool, de Hogeschool West-Vlaanderen en de Universiteit Gent (2009 – 2010).

 

« Onze visie in acht punten