The Hollywood Curriculum. Teachers in the Movies
jaar: 2004/2010
land: VS
boek
Eén van de meest uitgebreide studies van de representatie van leraren in film is dit lopende onderzoek van Mary Dalton. Haar werk verscheen eerst als artikel in het tijdschrift Curriculum Studies (1995) en later in boekvorm. Dalton (2004) onderzocht een dataverzameling van 116 films, later uitgebreid tot 165 films (Second Revised Edition - 2010), om een beeld te krijgen van het ‘Hollywoodcurriculum’. Volgens de auteur delen typische ‘goede’ Hollywoodleraren een aantal gemeenschappelijke karakteristieken: ze zijn outsiders; ze hanteren een erg persoonlijk getint curriculum om aan de noden van hun leerlingen tegemoet te komen; ze staan vaak op gespannen voet met de schooldirectie; ze raken persoonlijk betrokken bij één of meerdere leerlingen en ze leren aan het slot van de film vaak zelf een belangrijke les van hun leerlingen. ‘Slechte’ leraren in Hollywoodfilms hanteren vooral 'technisch-wetenschappelijke' waardenkaders, waarbij de leerlingen weinig persoonlijke vrijheid krijgen en vooral moeten voldoen aan de opgelegde rigide eisen. Uiteindelijk vertellen de meeste geanalyseerde films slechts één verhaal over leraren, zo stelt Dalton: “(...) good teachers are projected on the screen as bright lights in schools of darkness” (2004: 26). Met die conclusie bouwt Dalton deels verder op de bevindingen van William Ayers´ spitsvondige essay (2001) waarin die stelt dat Hollywoodleraren vooral gerepresenteerd worden als helden (“saviors”), die leerlingen moeten redden van hun families, drugs, geweld en van zichzelf.
Mary Dalton verzet zich tegen die dominante betekenis door een oppositionele, kritische lezing van de films te geven. Daarbij beklemtoont ze dat de onderzochte films schijnbaar maatschappijkritisch lijken, maar eigenlijk maatschappijbevestigend zijn. De typische Hollywoodleraren verzetten zich immers uitsluitend tegen wat fout loopt in het schoolsysteem door individuele leerlingen in hun klas te helpen. Door hun individualisme komen ze echter nooit tot collectieve politieke actie om het systeem op lange termijn te veranderen. In laatste instantie, stelt Dalton, bevestigen Hollywoodleraren de status quo. Door te zoeken naar datgene wat niet wordt gerepresenteerd in de films, legt Dalton op die manier de meer verborgen betekenissen bloot en doorprikt de mythe van de ‘superleraar’ (held) die in de meeste Hollywoodschoolfilms keer op keer wordt geconstrueerd. Het boek van Dalton bevat ook aparte hoofdstukken over de beeldvorming van vrouwelijke leraren, homoseksuele leraren en schooldirecteurs.